4.1 Bovenregionale samenwerking
De bovenregionale samenwerking infectieziektebestrijding (IZB) heeft als doel de kwaliteit van de IZB in de regio’s én op landelijk niveau te verbeteren. Al sinds 2006 maakt deze bovenregionale ondersteuning een onmisbaar onderdeel uit van de organisatie van de IZB in Nederland. Het versterken van de bovenregionale samenwerking IZB leidt tot een verbeterde en effectievere samenwerking tussen GGD (Gemeentelijke gezondheidsdiensten )’en onderling en met hun lokale ketenpartners. Binnen de huidige structuur van bovenregionale ondersteuning IZB werken de Regionaal Arts Consulenten (RAC) en de Regionaal Epidemiologie Consulenten (REC) in een dubbelaanstelling vanuit de GGD en het LCI (Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (onderdeel RIVM))/RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Daarnaast zijn in deze structuur ook Consultenten Openbare Microbiologie (COM) vanuit laboratoria en IDS/RIVM vertegenwoordigd. Specifiek voor zoönosen zijn er de consulenten vanuit de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ); Alimentair Consulenten (AC) op het gebied van voedselveiligheid en Regionaal Veterinair Consulenten (RVC) als dierziektedeskundigen. Het structureel versterken van de bovenregionale samenwerking van de IZB is één van de ambities in de beleidsagenda Pandemische Paraatheid van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Het RIVM is van plan om de bovenregionale samenwerking thematisch te versterken, op onder andere het thema zoönosen, voortbouwend op de bestaande bewezen structuur van bovenregionale samenwerking.
Bij de aanpak van zoönosen speelt de GGD een belangrijke rol. Enerzijds in de signalering en afhandeling van meldingsplichtige zoönosen; anderzijds in de bewustwording van de bevolking in preventie van zoönosen (zoönosegeletterdheid). Bovenregionaal wordt er op zoönosen ook samengewerkt binnen de verscheidene zoönosenetwerken in het land. Deze zoönosenetwerken hebben verschillende omvang en doelen. Daarnaast wordt door meerdere GGD’en onderzoek naar zoönosen gedaan.
Met het Nationaal actieplan versterking zoönosenbeleid als leidraad, willen we graag thema-experts aanstellen vanuit zowel GGD als LCI om een coördinatiegroep te vormen. Deze coördinatiegroep zal samenwerking tussen bestaande netwerken bevorderen, kennishiaten in kaart te brengen en koppelen aan onderzoeksinitiatieven, best practices op gebied van zoönosegeletterdheid delen en uitbraakoefeningen op het gebied van zoönosen ondersteunen. Ook wordt de verbinding met plannen inzake de gezonde leefomgeving verkend.
Afgelopen tijd zijn er al activiteiten in kader van het RIVM programma Versterking Zoönosen (ZOOver) uitgevoerd, die aansluiten bij de thematische versterking van de bovenregionale samenwerking. Zo werd in het najaar van 2023 een tabletop uitbraakoefening georganiseerd, waar diverse ketenpartners, waaronder de REC en de RAC, aanwezig waren. Het doel van deze oefening was het versterken en verstevigen van de samenwerkingsverbanden om een snelle en adequate respons tijdens een daadwerkelijke uitbraak te garanderen. Samenwerkingsverbanden zijn belangrijk voor het vroegtijdig signaleren van zoönosen, en voor een tijdige respons op zoönotische signalen. Deze oefening wordt dit jaar omgeschreven naar een regionale versie, waarmee de GGD regio’s kunnen oefenen. Tijdens de bijeenkomst Versterken Zoönosenbeleid op 17 september 2024, georganiseerd door de ministeries van LVVN en VWS kwamen zoönosenetwerken en de mogelijkheid tot versterking daartoe ook aan bod. In het komende jaar (2025), zal de bovenregionale samenwerking op het gebied van zoönosen, samen met het veld, verder worden uitgewerkt.
4.2 Klimaatverandering en zoönosen: een GGD-perspectief
Een recente analyse heeft aangetoond dat de meerderheid van bekende infectieziekten die voorkomen bij mensen historisch gezien op enig moment verergerd zijn door extreme klimaatgebeurtenissen.1,2 Er bestaat daarbij veel wetenschappelijk bewijs voor links tussen klimaatverandering en vector- en wateroverdraagbare infectieziekten.1,2
De GGD (Gemeentelijke gezondheidsdiensten )-regio Rotterdam-Rijnmond is een waterrijke rivierdeltaregio, gekenmerkt door de Rijn-Maasdelta waar verschillende grote rivieren (Maas, Rijn en Waal) in de Noordzee uitmonden. Bedijkingen en ontginningen hebben historisch een palet aan landschappen opgeleverd zoals zeekleipolders, duinontginningen en dynamische uiterwaarden.3,4 Klimaatverandering en vector- en wateroverdraagbare infectieziekten vormen daardoor een natuurlijk aandachtspunt voor deze GGD-regio. De Gemeente Rotterdam onderzoekt samen met andere overheden en kennisinstellingen welke gevolgen klimaatverandering heeft voor overstromingsrisico’s.3
De GGD en samenwerkingspartners benaderen deze thematiek middels verschillende onderzoeksprojecten. Zo richt, bijvoorbeeld, een groot project vanuit het Pandemic and Disaster Preparedness Center (PDPC) zich op ‘Klimaatverandering en virusuitbraken door vectoren’. Een centrale vraag hierbij is hoe verzilting van (oppervlakte)water en het veranderende landschap de ecologie van muggen, vogels en virusoverdracht verandert.5 In samenwerking met de GGD is, opnieuw ter voorbeeld, recent in dit kader onderzoek verricht in een waterbergingsgebied dat als tijdelijke wateropslag kan dienen bij dreigende hoge waterstanden. In dat onderzoek zijn bezoekersstromen (aantallen, typen bezoekers) bij dit gebied in kaart gebracht en is (vragenlijst)onderzoek verricht o.a. gericht op muggen.6,7
Literatuur:
1. Sips, G.J. et al., Klimaatverandering en infectieziekten wereldwijd. Ned Tijdschr Geneeskd. 2023 ;31:167:D7503.
2. Mora, M., et al., Over half of known human pathogenic diseases can be aggravated by climate change. Nat Clim Chang. 2022;12:869-875.
3. Waterveiligheid, Gemeente Rotterdam.
4. Natuurkaart, Gemeente Rotterdam.
5. Frontrunnerproject: klimaatverandering en virusuitbraken door vectoren, Convergence.
6. Onderzoek naar gevolgen van gebruik waterberging Eendragtspolder, Recreatieschap Rottemeren.
7. Vragenlijst Eendragtspolder, GGD Rotterdam-Rijnmond.